Dag 11. Na écluse de Bellerive houdt het op!

Het is donderdag. We gaan Compiègny bezichtigen, de stad waar Jeanne d’Arc in 1430 gevangen werd genomen. 

We lopen door de stad, bekijken de interessantste plekjes en doen wat boodschappen. Met een baquette onder de arm gaan we rond 12.00 uur richting boot. We lunchen en besluiten nog een stukje te varen.

Al na 15 minuten gaan we van de Oise naar het Canal latéral àl Oise. We zitten achter een rondvaartboot die amper 8 km/u vaart; de max. toegestane snelheid!
 Net  voor de eerste sluis meert hij gelukkig af en zetten we het gas erop. (11 km/u 😃)

Als we voor de 2e sluis liggen te wachten (écluse Bellerive bij Cambronne lès Ribécourt) klinkt een van de motoren anders dan normaal. Als we de sluis uitvaren blijkt een motor uitgevallen te zijn. Voor we aan de kant zijn begeeft ook de 2e motor het. (Hoezo “Met 2 motoren heb je altijd een reserve.”). Het is pas 15.30. Na wat bellen spreken we via SMS af met een monteur die vandaag nog langskomt. Ondertussen wissel ik zelf de dieselrijders, hoewel de oude er nog goed uitzagen.  Maar ja, als leek probeer je wat. Rond 20.00 bellen we de monteur nog maar even. “Ja ik kom nog, als ik hier in Parijs klaar ben.” Om 22.45 is hij er. 🤔

Hij loopt stap voor stap het brandstofsysteem na. Voor verbranding heb je brandstof nodig (net nog 430 liter getankt), ontsteking (blijkt er ook te zijn) en lucht! En die blijkt er niet te zijn. 
De luchtfilters zijn enorm vervuild waardoor de motoren onvoldoende lucht kregen en dus stikten. Toevallig beide, binne 3-4 minuten. Nieuwe filters hebben we niet bij ons. Geen probleem, dan varen we verder zonder. Blijkt goed te kunnen!?

Tegen middernacht is het probleem gefixt en drinken we een biertje. We spreken af voor a.s. zaterdag in de haven van Sempigny. Daar zal Saïd, de monteur, nieuwe filters plaatsen.